Dat de spaarstand geen bestaansrecht heeft moge heel duidelijk zijn. Een calorietekort en gewichtsverlies beïnvloeden alle onderdelen van het totale metabolisme. Het verliezen van lichaamsgewicht, waaronder vetmassa en vetvrije massa, draagt het meest bij aan een daling van het rustmetabolisme. Toch leidt deze daling er niet toe dat afvallen onmogelijk wordt.
Deze daling is omkeerbaar als de verloren massa wordt teruggewonnen en de negatieve energiebalans wordt opgeheven. Ook de aanpassingen die plaatsvinden in de NEAT en TEA (waarvan de impact op jouw resultaat trouwens groter is dan de adaptie van het rustmetabolisme) zijn omkeerbaar om het moment dat het calorietekort wordt opgeheven. Hiermee is dus uitgesloten dat er blijvende metabole schade ontstaat als gevolg van een calorietekort.
We spreken van metabole adaptie op het moment dat de afname in energiegebruik groter is dat je had verwacht op basis van wijzigingen in de lichaamssamenstelling, maar deze adaptie is nooit groot genoeg om het onmogelijk te maken nog af te vallen. Daarnaast keert je metabolisme terug naar normaal op het moment dat het calorietekort wordt opgeheven.
De werkelijke reden van het stagneren of überhaupt mislukken van een poging tot afvallen moet worden gezocht in het feit of het calorietekort dat je hanteert wel echt een tekort is. De kans dat je ongemerkt en onbedoeld meer energie binnenkrijgt dan de bedoeling was, of de hoeveelheid energie die je gebruikt met dagelijkse activiteiten en/of sporten overschat, is groot. De oplossing ligt dus in minder calorieën tot je nemen of meer in beweging komen gedurende de dag. Niet afvallen omdat je te weinig eet is simpelweg onmogelijk.