Het reptielenbrein; klopt deze theorie over het brein wel?

Het reptielenbrein; klopt deze theorie over het brein wel?

Het reptielenbrein bestaat niet en de hele theorie daaromheen klopt niet. In dit artikel lees je wat er niet klopt aan dit verhaal, en kom je meer te weten over hoe de complexe werking van het menselijk brein ons ‘irrationele’ gedrag kan verklaren.

De theorie van het reptielenbrein is in de neurowetenschap allang ontkracht. Toch vind je ‘m terug in menig (studie)boek gerelateerd aan marketing, business of psychologie. De reden voor het steeds weer aanhalen van het reptielenbrein, is de overtuiging dat dit deel van het brein een groot deel van ons gedrag en emoties beïnvloedt. We hebben alleen geen reptielenbrein, dus kunnen ons gedrag er ook niet mee verklaren. Ben jij benieuwd naar de complexe manier waarop de menselijke hersenen wel werken? Daarover weet je na het lezen van dit artikel meer!

Wat is het reptielenbrein en hoe is deze mythe ontstaan?

Het reptielenbrein en de Triune Brain Theory is in de jaren zestig onder een breed publiek bekend geworden door neurowetenschapper Paul MacLean. MacLean (en met hem veel anderen) stelde zich de situatie zo voor, dat onze hersens bestaan uit drie lagen waarvan het reptielenbrein de eerste en de oudste is, later in de evolutie groeide hier het limbische brein overheen, en uiteindelijk als derde en laatste laag vormde zich de neocortex. De drie breinen zouden afzonderlijk van elkaar leven en elkaar tegenwerken. Hieronder lees je meer over de eigenschappen van de verschillende hersenlagen.

Het reptielenbrein

Volgens de theorie is de eerste en oudste ‘laag’ van het brein dus het reptielenbrein. Dit brein zou verantwoordelijk zijn voor de ‘fight or flight’ respons en controlerende basisfuncties zoals het lichaam op temperatuur houden en ademen.

Het zoogdierenbrein (limbische brein)

De tweede laag die zich over het reptielenbrein heen vormde wordt het limbische en ook wel het zoogdierenbrein genoemd. Deze laag zou gezorgd hebben voor meer diepgang in onze emoties en stelde ons in staat tot het hebben van herinneringen, het creëren van gewoontes en het nemen van (de juiste) beslissingen.

De neocortex (rationele brein)

Om alles wat laag een (reptiel) en laag twee (zoogdier) met elkaar bekokstoven in goede banen te leiden ontstond nog een derde laag: de neocortex. De neocortex heeft volgens de theorie een soort coördinerende/controlerende functie over de eerste twee hersenlagen en is de oorzaak van ons indrukwekkende ‘rationele’ denkvermogen.

Waarom klopt de theorie achter het reptielenbrein niet?

MacLean gaat er vanuit dat primitieve dieren, zoals een haai, weinig complexe hersens hebben die vooral dienen voor het regelen van primaire overlevingsfuncties. De zoogdieren (waartoe wij als mensen ook behoren) worden eigenlijk een beetje gerangschikt in verschillende klassen. De lagere zoogdieren zijn bijvoorbeeld knaagdieren. Deze hebben een complexer brein dan de primitieve dieren, maar halen het nog steeds niet bij dat van ons.

Meer geavanceerde zoogdieren, waaronder de mens, hebben vervolgens een brein dat veel meer informatie kan verwerken en situaties op voorhand kan inschatten. Volgens de theorie van het reptielenbrein breidde ons vaardighedenpakket zich gedurende de evolutie uit, tegelijkertijd met het ontstaan van een nieuwe laag hersenen [1][7].

Dit reptielenbrein verhaal klinkt best aannemelijk, maar doet een aantal verkeerde aannames. Zo gaat deze theorie uit van een lineair verloop van de evolutie. Dat zou betekenen dat wij, zij het in een heel ver verleden, direct afstammen van de hagedis. Dat is niet zo. Wij behoren tot de zoogdieren en stammen af van andere zoogdieren [2].

De ‘enorme’ neocortex die wij als mens bezitten waar MacLean in zijn model ons taalkundig en rationeel vermogen aan toedicht, is helemaal niet zo uitzonderlijk. Vissen en vogels hebben er ook gewoon eentje [2]. Ook het deel van de theorie dat zegt dat onze hersenen in de loop der jaren zijn uitgebreid door het ontstaan van nieuwe, meer geavanceerde lagen die over al bestaande lagen heen groeiden, klopt niet [3].

We hebben niet drie afzonderlijke breinen zoals de Triune Brain Theory doet vermoeden. Het menselijk brein is ook niet in drie afzonderlijke stappen geëvolueerd. We hebben één geïntegreerd brein waarin alles met elkaar verbonden is. Dat is altijd zo geweest. We spreken daarom van het connectoom. Hoe zijn onze hersenen dan wel geëvolueerd door de jaren heen?

Geen reptielenbrein: hoe zijn onze hersenen dan geëvolueerd?

Ons brein staat voortdurend onder druk van natuurlijke selectie. In de loop van de evolutie ontwikkelden veel diersoorten grotere lichamen met meer complexe interne systemen die om te functioneren controle en coördinatie nodig hadden. De hersenen fungeren als een commandocentrum om al die systemen met elkaar te integreren en coördineren.

Het brein stuurt noodzakelijke hulpbronnen als water, zout, glucose en zuurstof naar waar en wanneer die nodig zijn. Dit complete proces heet allostase: het anticiperen op de behoeften van het lichaam en proberen daaraan te voldoen nog voor de situatie zich voordoet. Als hersenen hun werk goed doen, krijgen alle systemen in het lichaam door middel van allostase wat ze nodig hebben [4].

Is de opbouw van het menselijk brein anders dan van andere (zoog)dieren?

De opbouw van een brein begint kort na de conceptie, op het moment dat de embryo start met de productie van neuronen. Vrij recent ontdekt is dat de hersenen van alle zoogdieren zijn opgebouwd volgens hetzelfde ontwerp. De neuronen in de hersens van zoogdieren worden altijd op eenzelfde, vaste volgorde aangemaakt.

Deze volgorde gaat op voor het brein van een muis, maar ook voor dat van een rat, kat, hond, paard en mens. Het aanwezige genetische bewijs suggereert zelfs sterk dat ook de hersenen van reptielen, vogels en sommige vissen dezelfde opbouw kennen. Om een lang verhaal korter te maken: onze hersenen hebben hetzelfde ontwerp als die van een knaagdier [5].

Hoe kan het dan dat de hersenen van een muis visueel gezien toch wel degelijk van de onze afwijken? Dat komt doordat het productieproces van de hersenen in verschillende fasen verloopt en de duur van deze fase per soort verschilt. Je kunt het zo zien: het bouwmateriaal van ons brein is hetzelfde als dat van een muis, maar de duur van de bouw is anders.

De ‘bouwfase’ van neuronen van de cerebrale cortex, duurt bij mensen bijvoorbeeld langer dan bij een muis. Onze cerebrale cortex is dan wel groter, maar de neuronen waaruit ‘ie bestaat vind je absoluut ook terug in de cortex van een knaagdier.

Hoe komen we aan zo’n sterk ontwikkeld rationeel vermogen?

Vanuit de reptielenbrein theorie wordt beweerd dat de grootte van onze hersenschors (neocortex) ervoor gezorgd heeft dat we een veel sterker ontwikkeld rationeel vermogen hebben dan het voltallige animal kingdom samen. Het klopt dat onze neocortex in de loop van de evolutie gegroeid is. Niet nieuw erbij gekomen, maar groter geworden dus.

Dit geeft ons kwaliteiten die een willekeurig knaagdier dan weer niet heeft. Als we de situatie onder de loep nemen kunnen we concluderen dat onze hersenschors helemaal niet zo ongewoon groot is. Ieder zoogdier heeft in verhouding tot de totale hersenomvang een tamelijk grote cortex [4].

Als dat brein van een muis net zo groot als het onze zou zijn, zou dat ook gelden voor hun cortex. De grootte hiervan is dus niet iets nieuws dat we in de loop van de evolutie verworven hebben. Het deel van de reptielenbrein theorie dat stelt dat onze grote cortex een van de nieuwste overblijfselen van evolutie is klopt dus niet, klopt het deel dat beweert dat we onze rationele vaardigheden eraan te danken hebben dan wel?

Nee, ook dat klopt niet. In dat geval zou het grootste dier met de grootste hersens het grootste rationele vermogen moeten hebben. De wereld zou dan geregeerd worden door een veel groter zoogdier dan wij. Wat er gebeurd is, is dit: in de loop van de evolutie zijn de genen van verschillende (dier)soorten gemuteerd op zo’n manier dat bepaalde fasen van de hersenontwikkeling van die desbetreffende soort, van tijdsduur veranderde.

Hierdoor wordt het brein van deze soort groter of kleiner. Dat reptiel, dat dus NIET nog ergens diep in ons brein verscholen ligt, maakt op net zo’n manier een breintje aan als wij, maar bij hem zijn sommige fases veel korter waardoor het brein in verhouding ook veel kleiner is [4].

Is het menselijk brein superieur ontwikkeld in vergelijking met andere zoogdieren?

Het klopt dat wij door de complexe werking van ons brein in staat zijn tot dingen die dieren niet kunnen. We hebben de beschaving gerealiseerd, het internet bedacht, voertuigen ontworpen en kunnen taarten bakken (om maar een bescheiden greep uit de selectie te noemen). Anderzijds zijn er ook veel dingen die wij, in tegenstelling tot sommige dieren, dan weer niet kunnen. Uren onder water blijven bijvoorbeeld  zoals walvissen.

Slechts twintig minuten per etmaal slapen zoals giraffen (ons brein trekt dat nooit) of 100km/u rennen als een cheeta. Misplaatst dus, om te zeggen dat wij als soort superieur zijn aan andere zoogdieren. We kunnen dingen die zij niet kunnen, maar daar valt andersom net zo goed iets voor te zeggen. De hersenen van ieder zoogdier zijn op zo’n manier geëvolueerd dat het ze in staat stelt om zo effectief mogelijk te functioneren binnen hun leefomgeving. Dat geldt ook voor ons brein.

Hoe onderscheidt ons brein zich van dat van andere zoogdieren?

Het is dus niet per se zo dat ons brein in een bepaald opzicht beter is dan dat van andere zoogdieren. Het is gewoon anders. Er is een ding in het speciaal dat ons vaardigheden verschaft waarover geen enkel ander dier op aarde beschikt: ons duaal representatievermogen. Mensen kunnen meerdere betekenissen aan iets toekennen. Een symbool als een kruis bijvoorbeeld, kan voor ons in verschillende contexten wisselende betekenissen hebben, terwijl er aan het teken zelf niets verandert. Wij zijn de enige soort die dit kunnen.

Denk maar aan het uitgebreide aanbod van smileys van een niet nader te noemen berichtendienst. Als je van je beste vriend(in) als enige reactie op een uitgebreid bericht de smiley van het duimpje omhoog krijgt, interpreteer je deze reactie mogelijk als een beetje kortaf. Als je van je vader precies dezelfde reactie krijgt, interpreteer je die waarschijnlijk heel anders. Vaders zijn doorgaans niet erg lang van stof op de app.

De smiley van de duim omhoog blijft gewoon hetzelfde in beide gevallen, daar verandert he-le-maal niets aan. Het gevoel dat je erbij hebt, is hetgeen dat verandert. De betekenis die wij ergens aangeven verandert niks aan het feit/verschijnsel. De betekenis die wij ergens aan geven heeft sterke invloed op ons gevoel. We parkeren deze informatie nog heel even, maar houd het in je achterhoofd. Dit is namelijk zeer tekenend voor de manier waarop het menselijk brein emoties construeert.

Waarom is de mens de “dominante” soort op aarde?

We hebben samenwerken tot een kunst verheven. Daarin staan de drie C’s centraal:

  • Cognitie: het vermogen tot kennisverwerving via zintuigelijke waarneming en het vervolgens verwerken van de informatie door het denken.
  • Cultuur: dat wat de mens schept. Het is niet van nature aangeboren, maar is aangeleerd.
  • Coöperatie: een autonome organisatie van personen die zich vrijwillig verenigen om hun gemeenschappelijke economische, sociale en culturele behoeften en ambities te behartigen

Op welke manier 'verklaart' het reptielenbrein menselijk gedrag en emoties?

”Het reptiel in jou bepaalt meer dan je verwacht” is een quote die je in een willekeurig marketingpsychologieboek zou kunnen aantreffen. De volgende keer dat jij zoiets leest weet je wel beter, maar deze uitspraak zegt veel over de manier waarop het reptielenbrein ons gedrag uitlegt en verklaart.

Vaak wordt ervan uit gegaan dat dit prehistorische, oudste stuk van ons brein voornamelijk dient om eventueel gevaar te detecteren en hierop te reageren. Functies als dieper nadenken zouden niet tot dit brein behoren omdat de primaire functie is om instinctief te overleven. Het zou dus ook daarom zijn, dat in geval van acute stress nog altijd het reptiel in ons naar boven komt en bepaalt welke actie er volgt. Tenzij de neocortex de boel nog weet te corrigeren, is er dan geen sprake meer van rationeel gedrag.

Wat de mythe ons ook vertelt is dat het reptielenbrein bedekt ligt onder het iets meer uitgebreide limbische brein. Deze twee breinen zouden samen verantwoordelijk zijn voor de meeste beslissingen die we nemen, maar daarbij gelukkig gecontroleerd worden door de neocortex, want zonder rationaliteit zou het een zooitje worden.

In sales- en marketingboeken wordt er regelmatig geopperd om in te spelen op het ‘reptielenbrein’ van de consument om hen tot aankoop te bewegen. Impulsieve aankopen en verkeerde keuzes worden verklaard aan de hand van de onjuiste theorie hierboven en vaak als onze emotie het gewonnen heeft van de rede, geven psychologen het reptielenbrein de schuld.

”Hi schat! Was je daar al? Waarom er een elektrische fiets in onze garage staat? Ja gek verhaal… ik kwam hem online tegen voor de helft van de prijs! De helft he! NU OF NOOIT claimde de aanbieding, en er stond zo’n afteldingetje bij met nog maar een halve minuut op de teller. Voor ik het wist had ik hem gekocht. Ik hou toch niet van fietsen? Nee ik hou helemaal niet van fietsen. Ik weet ook niet wat me bezielde. Denk dat mijn reptielenbrein even de overhand genomen heeft…”

Als je het zo leest klinkt het eigenlijk maar vreemd en als een slap excuus. Dat is het dus ook. Het brein is op een hele andere manier geëvolueerd en werkt als een geheel in plaats van drie uitzonderlijke delen die na elkaar ontstaan zijn. Maar, als we gedrag vertonen dat we zelf als ‘irrationeel’ bestempelen niet verklaard kan worden vanuit het reptielenbrein, hoe werkt het dan wel? Hoe (ir)rationeel zijn onze emoties eigenlijk?

Hoe kunnen we emoties verklaren zonder het reptielenbrein?

Als alles wat hierboven beschreven staat al lang en breed bekend is, hoe kan de mythe rondom het reptielenbrein dan nog steeds zo hardnekkig aanwezig zijn? Waarom blijft het verteld worden, zelfs in studieboeken en managementcursussen? Kijk, superioriteit is in veel gevallen ego-strelend. Mensen vinden het leuk om te geloven dat we door bijzondere ontwikkelingen in het menselijk brein ons grote vermogen tot rationaliteit hebben verworven en daarmee de machtigste ‘diersoort’ op aarde zijn geworden. Daarbij is het zo dat rationeel lange tijd gedefinieerd is als ‘in de afwezigheid van emotie’.

Er is een zeer duidelijke afscheiding gemaakt tussen twee kampen. Namelijk dat van denken = rationeel en emotie = irrationeel. Je verwacht het al: ook dit ligt veel genuanceerder. Emotie kan wel degelijk rationeel zijn en denken irrationeel. Rationeel gedrag wordt in de regel afgedaan als gedrag dat we bewust uitvoeren. Jij zet je handtekening onder een contract: rationeel. Ervan uit gaande dat je iets als een contract ondertekenen met vol bewustzijn doet. Deze interpretatie geeft een incompleet beeld van wat rationeel gedrag daadwerkelijk omvat. Rationeel reikt namelijk veel verder dan ons geestelijk bewustzijn.

Het brein is een voorspellend orgaan

Eén van de belangrijkste taken van van het brein is budgetteren. Het brein stuurt noodzakelijke hulpbronnen als water, zout, glucose en zuurstof naar waar en wanneer die nodig zijn in het lichaam. Dit gehele proces heet allostase: het anticiperen op de behoeften van het lichaam en proberen daaraan te voldoen nog voor de situatie zich daadwerkelijk voordoet. Als de hersenen hun werk goed doen, krijgen alle systemen in het lichaam door middel van allostase wat ze nodig hebben.

Rationeel in dit geval, is dat het brein non-stop en juist heel doelbewust bezig is met het uitgeven of juist bewaken van belangrijke voorraden die je nodig hebt, in de vorm van energie, hormonen, zuurstof en noem maar op [4]. Werkelijk iedere handeling die je uitvoert, vereist een andere budgettering.

Op het moment dat er gevaar dreigt is het bijvoorbeeld jouw brein dat je in staat stelt om te vluchten door je vol te pompen met adrenaline. De reptielenbrein theorie verklaart dit als instinctief gedrag, maar bekeken vanuit het brein als commandocentrum met als belangrijkste taak zorgen dat het lichaam blijft functioneren (overleven), zijn het wel degelijk bewuste acties en is het dus heel rationeel.

Fight or flight is een rationeel proces in het menselijk brein

De fight or flight respons die we hebben en die meer dan eens verklaard is vanuit een instinctieve reactie die wordt ingegeven door het ‘reptielenbrein’, is vanuit de nieuwste inzichten die we hebben te verklaren als rationeel handelen van het brein. Als dit mogelijk gevaar detecteert maakt het jou simpelweg klaar om te reageren door je in opperste staat van alertheid te brengen. Dat geldt daarmee ook voor veel andere situaties die wij zouden afdoen als iets dat werd ingegeven door een (irrationele) emotie.

Nogmaals: ons brein fungeert als het commandocentrum dat zorgt dat alle systemen binnen ons lichaam met elkaar integreren. Het is voortdurend bezig met allostase: voorspellen van de behoeften van het lichaam (op ieder moment) en proberen daaraan te voldoen, nog voor de situatie zich voordoet. Met andere woorden: jouw brein is non-stop bezig met zorgen dat jij telkens beslagen ten ijs komt in iedere situatie die zich aan zal dienen.

Een emotie als boos bijvoorbeeld, stel dat je die ervaart en uit in de vorm van schreeuwen/tieren/vloeken en met de deuren slaan. Voor jij aan die gênante vertoning begint, heeft je brein al gezorgd dat alles in jouw lichaam gereed gemaakt is om dit gedrag uit te voeren. Het kan misschien voelen alsof je erdoor wordt overvallen en niet meer bewust in controle bent over de reactie die volgt, maar je hersenen hebben hem zorgvuldig samengesteld. Van daaruit gezien kan het als rationeel beschouwd worden. In elk geval kunnen we ons niet langer verschuilen achter het excuus dat soms, onze ‘irrationele’ emoties ons rationele brein kapen.

Binnen de neurowetenschap bestaat er vandaag de dag dan ook eigenlijk geen twijfel meer over de onjuistheid van de opvatting dat ons leven geregeerd wordt door dierlijke instincten die zich manifesteren als reactie op bepaalde triggers, waardoor bepaalde emoties vrijkomen die gepaard gaan met een specifieke gezichtsuitdrukking en lichamelijke sensatie. Deze kijk op emoties is achterhaald nu we steeds meer te weten komen over de complexe werking van het brein, hoe we leren en hoe ons bewustzijn in elkaar steekt.

De theorie van de geconstrueerde emotie

Op dit moment is er meer bewijs dat pleit voor de theorie van de ‘geconstrueerde emotie’. Volgens deze theorie liggen emoties niet vast in de structuur van het brein. Bij een fenomeen als gewoontes is dit bijvoorbeeld wel het geval. Er is geen speciaal stukje gereserveerd voor blijdschap, dat geactiveerd raakt door specifieke stimuli en waaraan een vast patroon van waarneembaar gedrag verbonden is dat volgt als actie. Nee, emoties werken anders. De theorie zegt dat het als volgt gaat:

Een combinatie van de factoren zoals benoemd in het lijstje hieronder, worden als informatie verwerkt door de verschillende verbindingen in ons brein en samengevoegd tot iets dat wij met de perceptie van ons geestelijk bewustzijn ervaren als een zekere emotie. Het brein is de architect van onze emoties, gevoelens en werkelijkheid [5].

Betrokken factoren bij het construeren van een emotie:

  • Fysiologische sensatie: hetgeen dat we in ons lichaam voelen, zoals bijvoorbeeld de zenuwen die door je lijf gieren vlak voor je een presentatie moet houden;
  • Een context: je bevindt je altijd op een bepaalde plek/in een bepaalde situatie;
  • Andere mensen: zijn we met andere mensen samen? Wie zijn die mensen voor ons?;
  • Herinneringen en ervaringen uit het verleden;
  • De taal die we geleerd hebben om onze bewuste gevoelens te kunnen beschrijven, de cultuur waarbinnen we leven en de opvoeding die we gehad hebben.

Joseph leDoux concludeerde na jarenlang onderzoek naar angst, dat angst ontstaat als specifieke elementen waarvan we ons niet bewust zijn (zie het lijstje hierboven) samenkomen en vervolgens cognitief geïnterpreteerd worden. Het deel van de hersenen waarin taal en cultuur liggen opgeslagen is hier actief bij betrokken. Onze opvoeding/cultuur is deels bepalend voor de manier waarop we met emoties omgaan en ze beleven. Daarnaast is taal essentieel. Zonder woordenschat zou het onmogelijk zijn om emotionele patronen te ontwikkelen, herkennen, analyseren en overdenken. Het is ons vocabulaire waarmee wij duiding en betekenis geven aan de manier waarop we een emotie ervaren, en dus aan ons eigen gevoel.

Emoties zijn een bewuste keuze van ons brein

Op het eerste gezicht lijken emoties onbewuste ervaringen die heel plots opdoemen en als haast automatisch worden ingezet als reactie op iets. Als je er beter over nadenkt zie je in hoe emoties die in gevoel hetzelfde zijn, in uiting mijlenver uiteen kunnen lopen. Het is allemaal afhankelijk van de context. Interessant is dus de vraag: waarom manifesteren bepaalde emoties zich (soms of juist herhaaldelijk) op een bepaalde manier? Zelfs als deze uitingswijze ons in zekere zin tegenwerkt? Een emotie als boos bijvoorbeeld, kan zich zowel in de fysiologische sensatie die je erbij ervaart, als de daadwerkelijke actie die eruit voortkomt, in vele gedaantes voordoen. Je kunt schreeuwen, verbaal en/of fysiek agressief worden, met dingen gaan gooien, zwijgend voor je uitstaren, weglopen, in tranen uitbarsten, iets kapot maken, een wraakactie plannen: allemaal past het bij boos.

Hoe construeert het brein emoties?

We hebben het al een paar keer eerder gehad over allostase: de hersenen die het lichaam voorzien van alles dat het nodig heeft, al voor het moment dat het daadwerkelijk nodig is zich aandient (het brein is een voorspellend orgaan). Je zult begrijpen dat elk van de reacties uit het ‘boos’ voorbeeld hierboven een andere actie van het lichaam vereisen, zowel motorisch als zintuigelijk en fysiologisch. Het ‘budget’ dat je brein vaststelt voor ‘weglopen’ ziet er anders uit dan het budget voor ‘in tranen uitbarsten’. Elke reactie vereist een andere motorische en zintuigelijke voorspelling van de hersenen. De interoceptieve en de affectieve gevolgen (de manier waarop jij de emotie beleeft) van de verschillende acties zijn dus ook verschillend.

Wat is interoceptief vermogen?

Interoceptief betekent ons vermogen om interne prikkels uit ons eigen lichaam waar te nemen. Elke beweging die wij maken, gaat hand in hand met een interne verandering. Die prikkels worden als het ware door ons brein ‘belichaamt’ in iets dat tastbaar is voor ons bewustzijn. Alleen op die manier kan een betekenis gegeven worden aan sensorische sensaties: interoceptie.

Van (onbewust) gevoel naar waarneembaar gedrag

Een affect is het patroon van waarneembaar gedrag waarmee een subjectief gevoel tot uiting wordt gebracht. Affectief gedrag wordt dus gedreven door emotie. Bijvoorbeeld gaan schreeuwen en schelden als je boos op iemand bent. Achteraf gezien (soms ook al op het moment zelf) weet je heus dat dit geen gepast gedrag was. Misschien heeft het zelfs vervelende gevolgen. Dit is vaak het gedrag waarvan we stellen dat de emotie sterker was dan het rationele vermogen op dat moment: het is niet gelukt om de emotie in bedwang te houden.

Nu wordt het pas echt interessant: want, hoe irrationeel is dit hele proces nou eigenlijk? Wat er in werkelijkheid gebeurt is namelijk dat het brein de emotie die je ervaart zorgvuldig geconstrueerd heeft op basis van de verschillende, eerder in dit artikel genoemde factoren. Allerlei mogelijke reacties worden tegen elkaar afgewogen en daaruit wordt een winnaar geselecteerd. Dat is de drijvende kracht achter de actie die volgt. We zullen deze uitleg duidelijker maken met een voorbeeld. Hieronder wordt een situatie geschetst met daarbij drie mogelijke ‘acties’ die jouw brein voorspelt, terwijl een bepaalde situatie zich voordoet:

Je loopt in het park en ziet een hond op je af komen rennen van het formaat kalf. Je bent als de dood voor honden.

  • Optie 1 – je zet het op een sprinten
  • Optie 2 – je blijft staan maar gaat keihard gillen
  • Optie 3 – je blijft staan, zonder nog te bewegen of geluid te maken

Dit is allemaal te herleiden naar de emotie ‘angst’ maar de manier waarop die emotie daadwerkelijk wordt ervaren in deze situatie, zowel in wat je in je lichamelijk voelt (introspectief) als de manier waarop je reageert (affectief) is heel anders.

Zijn we nu wel of niet zelf in controle over onze emoties?

Onze hersenen zijn in staat alles dat komt kijken bij de verschillende mogelijkheden uit het voorbeeld, razendsnel tegen elkaar af te wegen om een winnende voorspelling te kiezen. Dat wordt de actie die jij uitvoert en die is bepalend voor de manier waarop je een ‘emotie’ beleeft.

Het kan heel goed zijn dat je zo’n actie achteraf helemaal niet van jezelf begrijpt. Omdat er rationeel geen logische verklaring voor handen is, beschouwen we dergelijk gedrag vaak als irrationeel. En dat terwijl ons brein juist heel bewust bezig geweest is met het voorspellen van de meest passende reactie, op basis van onder andere vergelijkbare ervaringen uit het verleden.

Je gooit telkens als je kwaad bent je hele servies aan puin en kan je bijna niet voorstellen dat dit de meest passende reactie is? Nee dat klopt wel. Maar in plaats van dat afdoen als irrationeel gedrag waarover je niet meer zelf in controle bent, omdat de emotie je overmand, is het juist belangrijk te erkennen dat jouw brein, middels een zorgvuldig en gecontroleerd proces dat categorisatie heet, dit blijkbaar wel de meest passende reactie vindt.

Onderzoeken hoe dat komt, is veel constructiever dan je neerleggen bij het idee dat je er niks aan kunt doen. Door niet alles dat zich niet binnen ons geestelijk bewustzijn afspeelt direct als irrationeel af te doen, maar juist meer te weten te komen over de complexe werking van ons brein, kunnen we veel meer leren over ons eigen gedrag en die kennis gebruiken in ons eigen voordeel.

Conclusie: wat kunnen we leren van de afwezigheid van het reptielenbrein?

Het reptielenbrein bestaat niet en aan die ontdekking hebben we veel. We hebben niet drie afzonderlijke breinen zoals de Triune Brain Theory doet vermoeden. Het menselijk brein is ook niet in drie afzonderlijke stappen geëvolueerd. We hebben één geïntegreerd brein waarin alles met elkaar verbonden is. Dat is altijd zo geweest.

Alles dat door ons geestelijk en lichamelijk bewustzijn wordt ervaren als een bepaalde emotie, die zich buiten onze controle om aandient, is in werkelijkheid de uiting van een serie aan rationele stappen die ons brein in een splitsecond doorlopen heeft om te bepalen hoe we in deze specifieke situatie ‘horen’ te reageren en ons lichaam daarbij te voorzien in wat het dan ook nodig heeft. Rationeel ‘handelen’ gaat daarmee veel verder dan het deel dat wij met onze geest kunnen bevatten.

Op het moment dat je van mening bent dat er bepaalde affectieve handelingen zijn die jou parten spelen; stel bijvoorbeeld dat je al snel staat te schreeuwen als iemand je kritiek geeft. Dat is in veel situaties niet wenselijk en werkt op den duur hoogstwaarschijnlijk in je nadeel. Logisch dat je deze manier van reageren wilt veranderen. Door in de reptielenbrein theorie te geloven zou je dan in de veronderstelling kunnen raken dat het helaas allemaal buiten jouw machten ligt. Dat het reptielenbrein op die momenten de sterkste is, en jouw rationaliteit hem niet tegen kan houden.

Meer te weten over hoe complex de werking van ons brein daadwerkelijk is, en te erkennen dat de constructie van emoties in het brein een nauwkeurig proces is, kan de eerste stap zijn in het veranderen van bepaald (door emotie gedreven) gedrag. Het kan heel goed zo zijn dat sommige onderdelen van het gedrag dat je vertoont voor jezelf moeilijk te begrijpen zijn, maar het brein is heel bewust bezig met het maken van wat hij denkt dat voor jou de beste keuze is. Zijn belangrijkste taak is namelijk jouw lichaam te controleren en optimaal te voorzien in alles dat het nodig heeft.

Vraag je dus af hoe dit kan dat de manier waarop je jouw emoties uit niet altijd stroken met hoe je dat graag zou willen? Als het doel is om je gedrag te veranderen, is het zaak om uit te zoeken wat er gedurende jouw leven aan bijgedragen kan hebben dat jouw brein kiest voor iets, dat jij zelf niet als de meest wenselijke actie beschouwd.

We schreven net al dat het meest kenmerkende aan het menselijk brein is, dat we in staat zijn meerdere betekenissen toe te kennen aan hetzelfde concept (duaal representatievermogen). Dat wordt nu heel interessant: een situatie of gebeurtenis veranderen kunnen we namelijk zelden, maar wel degelijk aan het gevoel dat het bij ons oproept en daarmee ook aan de reactie die het in ons teweeg brengt. Je bent de architect van je ervaringen.

Geschreven door:

Tom Barten, Founder Founder van Changing Life
Tom Barten is de oprichter van Changing Life. Vanuit een eigen frustratie en behoefte heeft hij Changing Life opgericht. Letterlijk en figuurlijk zat hij niet lekker in zijn vel. Op 4 september 2006 besloot hij om het roer om te gooien en zijn leven in positieve zin te veranderen. Hij ging aan de slag met zijn fysieke en mentale gesteldheid. Het is sinds 2012 zijn persoonlijke missie om mensen te helpen meer uit het leven te halen door de domeinen Body, Mind en Life met elkaar te verbinden. Dit is de door hem ontwikkelde neurobiopsychosociale methode. Tom Barten heeft twee bestsellers op zijn naam en kwam bij zijn debuut op #2 binnen in de Besteller 60. Hij is samen met zijn vriendin Denise woonachtig in Amsterdam. In zijn vrije tijd houdt hij van sporten (krachttraining en skaten), vogelen en lezen. Dat laatste doet hij het liefste in het zonnetje op een terras onder het genot van een heerlijke cappuccino. In het Changing Life Magazine kun je alle artikelen van Tom Barten lezen.

Bron

  1. Cesario, Joseph & Johnson, David & Eisthen, Heather. (2019). Your Brain Is Not an Onion with a Tiny Reptile Inside. 10.31234/osf.io/x83dq
  2. Oakley, T. H., Rivera, A. S. (2008). Genomics and the evolutionary origins of nervous system complexity. Current Opinion in Genetics and Development, 18, 479–492.
  3. LeDoux, J. E. (2012). Rethinking the emotional brain. Neuron, 73, 653–676.
  4. Barret, LF. (2021). Seven and a half lessons about the brain. Picador.
  5. Barrett LF, Satpute AB. Historical pitfalls and new directions in the neuroscience of emotion. Neurosci Lett. 2019 Feb 6;693:9-18. doi: 10.1016/j.neulet.2017.07.045. Epub 2017 Jul 26. PMID: 28756189; PMCID: PMC5785564.
  6. Ledoux, Joseph. (2003). The Emotional Brain, Fear, and the Amygdala. Cellular and molecular neurobiology. 23. 727-38. 10.1023/A:1025048802629.
  7. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26578863/